Flink hogere alimentatie dankzij enig geduld
Onze cliënte is een vrouw die wil scheiden van haar man. Cliënte heeft tijdens het huwelijk gewerkt in het bedrijf van haar man maar voornamelijk gezorgd voor hun kleine kinderen. Als partijen gaan scheiden, gaat het om de vraag of de man aan de vrouw kinder- en partneralimentatie moet betalen.
De man is een ondernemer. Als het gaat om het inkomen van ondernemers wordt meestal gekeken naar het gemiddelde bedrijfsresultaat van de drie jaren voorafgaande aan het jaar van echtscheiding. Nu heeft deze man in 2009 een zeer slecht jaar gedraaid en een flink verlies geleden met zijn bedrijf. Hoewel er daarna twee redelijk goede jaren volgden, komt het gemiddelde heel laag uit vanwege dat slechte jaar 2009. In de voorlopige voorziening wordt dan ook een heel laag bedrag aan kinderalimentatie toegewezen en wordt het verzoek om partneralimentatie afgewezen wegens gebrek aan draagkracht bij de man. Dit is in 2012.
De echtscheidingszitting staat enkele maanden later gepland. Voor cliënte hebben wij de zitting kunnen uitstellen naar 2013. Het gevolg hiervan is namelijk dat bij de berekening van het inkomen van de man het jaar 2009 niet meer wordt meegenomen in het bepalen van het gemiddelde omdat het nu gaat om de jaren 2010, 2011 en 2012. Hiermee is het hele slechte verliesjaar 2009 weggevallen en komt het gemiddelde inkomen van de man hoger uit op basis waarvan zijn draagkracht dus ook verhoogd is en cliënte meer alimentatie kan vragen.
De man heeft nog geprobeerd dit te voorkomen door geen stukken over 2012 in te dienen maar de Rechter is meegegaan in ons protest hiertegen. Na februari/maart 2013 wordt een ondernemer namelijk al geacht in ieder geval al voorlopige cijfers 2012 beschikbaar te hebben. Nu de man deze niet heeft overlegd, gaat de Rechter uit van een schatting en deze schatting baseert de Rechter op het jaar daarvoor, dus 2011. Nu dit een heel goed jaar is geweest, komt het gemiddelde bedrijfsresultaat over de jaren 2010, 2011 en 2012 flink hoger uit waardoor wij voor cliënte een aanzienlijk bedrag aan kinder- en partneralimentatie hebben weten te krijgen. Dit gaf haar de mogelijkheid om de bijstand te verlaten en een nieuwe bestaan met haar twee kleine kinderen op te bouwen.