Niet zo’n slimme opzegging van de mede-vennoot!

Als je geld nodig hebt voor een onderneming omdat je daar zelf niet over beschikt, zijn er meerdere mogelijkheden om het benodigd kapitaal bijeen te brengen. Eén van die manieren is het opzetten van een commanditaire vennootschap. Dit is een vennootschap met één of meerdere beherend vennoten, die zich actief bemoeien met het reilen en zeilen van de vennootschap, en één of meerdere commanditaire vennoten (de commandites) die alleen geld inbrengen en verder geen actieve bemoeienissen met de vennootschap mogen hebben.

Het voordeel voor de commandite is dat hij meedeelt in eventuele winsten, maar niet hoeft bij te dragen aan eventuele verliezen, zolang hij zich maar niet actief met de vennootschap heeft bemoeid.

Vanwege tegenvallende inkomsten, was de vennootschap van mijn cliënt enkele jaren niet rendabel. Er was derhalve geen mogelijkheid om winsten aan de commanditaire vennoot van mijn cliënt uit te keren. De commandite kreeg daardoor geen beleggingsrendement, iets waarop hij wel had gerekend.

Vanwege het uitblijven van winstuitkeringen, zegde de commandite op enig moment op. Hij zegde daarbij op met terugwerkende kracht, tot ruim twee jaar daarvoor. Tevens maakt hij aanspraak op een groot deel van de door hem ingebrachte gelden. Daarop wendde mijn client zich tot mij met het verzoek om bijstand.

Samen met cliënt stelde ik vast dat cliënt alleen maar gebaat zou zijn bij acceptatie van de opzegging. In de eerste plaats werd hij daardoor enig eigenaar van de onderneming. Feitelijk werd deze door de opzegging omgezet van CV naar eenmanszaak.

Daar kwam bij dat de wederpartij geen aanspraak had op het door hem gevorderde bedrag. Door de opzegging moest de vennootschap worden afgewikkeld per de einddatum. Aangezien opzegging niet met terugwerkende kracht kon plaatsvinden, diende de vereffening plaats te vinden per het opzeggingsmoment. Als gevolg van de in het verleden geleden verliezen, was de onderneming substantieel minder waard geworden en was het eigen kapitaal van de vennootschap (nagenoeg) nihil. Per saldo kwam de stille vennoot om die reden niets meer toe.

In meerdere brieven heb ik dit gemotiveerd aan de voormalig stille vennoot van mijn cliënt gecommuniceerd. Hoewel hij bleef volhouden dat ik ongelijk had, kon hij geen argumenten bedenken die hem enige aanspraak op geld gaven. Uit kostentechnisch oogpunt heeft cliënt besloten om niet naar de rechtbank te stappen, met de vraag of zij in rechte wilde vaststellen dat onze argumentatie klopt. De stille vennoot heeft het echter ook niet aangedurfd om zijn vordering, van vele tienduizenden euro’s, bij de rechter neer te leggen.

Door duidelijk met de wederpartij te communiceren en verder geen actie te ondernemen, kon het doel van mijn cliënt bereikt worden. Dat het mij daarbij ook nog eens gelukt was om zijn kosten laag te houden, maakte mijn client, met het oog op zijn financiële situatie, zeer tevreden.

Het beste bewijs daarvan is dat ik hem sinds de behandeling van die zaak nog meerdere malen aan de lijn heb gehad voor een nieuwe kwestie.

Uw advocaten