Debiteur vlucht, maar ontsnapt niet
Debiteur vlucht naar buitenland, maar ontsnapt niet aan veroordeling
Een van onze cliënten is werkzaam in de IT-industrie en heeft zich in het bijzonder toegelegd op het ontwikkelen van websites. Een van haar medewerkers bleek in strijd met het concurrentiebeding, buiten werktijd voor een bevriende relatie te werken. Nadat mijn cliënt hier lucht van kreeg, voerde hij een gesprek met zijn medewerker en kwamen partijen overeen dat mijn cliënt de opdracht zou overnemen en dat haar werknemer via mijn cliënt voor deze klant zou blijven werken. Vrij snel daarna vond de opdrachtgever dat aan het ontwikkelde programma een groot aantal tekortkomingen kleefden. De opdrachtgever vond dit aanleiding om nog diezelfde dag de overeenkomst met mijn cliënt op te zeggen en het reeds betaalde bedrag terug te vorderen.
Mijn cliënte stuurde op haar beurt aan de opdrachtgever facturen voor de aan het project bestede tijd. De debiteur voldeed de eerste factuur, maar liet de overige facturen, ook na verschillende sommaties, onbetaald.
Dagvaarding
Mijn cliënt zag geen andere mogelijkheid dan de betaling van de toegezonden openstaande facturen voor de Rechtbank af te dwingen. Namens cliënt hebben wij deze debiteur gedagvaard, die daarop verweer voerde. Hij vond dat mijn cliënt te kort was geschoten in nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, dan wel dat mijn cliënt een product aan hem had geleverd dat niet zou voldoen aan de eisen die hij hieraan mocht stellen. Hij stelde dat tussen partijen een oplevertermijn was afgesproken. Mijn cliënt betwistte dat een oplevertermijn was toegezegd. Hij stelde dat hij niet van de gestelde gebreken op de hoogte was en ook nooit gesommeerd is geweest om eventuele gebreken te herstellen.
De Rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat de opdrachtgever de werknemer van mijn cliënt had ingehuurd op uur basis. Hieruit concludeert de Rechtbank dat van het leveren van een kant-en-klaar product geen sprake is geweest, aangezien de opdrachtgever niet om een extra inzet had hoeven te vragen. De Rechtbank stelt vast dat de overeenkomst tussen partijen inhield, dat cliënt op verzoek van de opdrachtgever manuren leverde voor het ontwikkelen van de applicatie.
De Rechtbank verwerpt de stellingen van de opdrachtgever dat tussen partijen een oplevertermijn zou zijn overeengekomen. Uit de overlegde correspondentie blijkt enkel dat mijn cliënt had toegezegd om de benodigde uren zo snel mogelijk in te plannen. Uit niets blijkt dat mijn cliënt zich had vastgelegd om de applicatie op een bepaald moment op te leveren.
Verweer debiteur verworpen
Voor wat betreft de door debiteur gestelde gebreken, oordeelt de Rechtbank dat tussen partijen geen overeenkomst bestond voor het opleveren van het eindproduct, maar voor het leveren van manuren. Wel mocht van mijn cliënt worden verwacht dat hij het werk dat hij uitvoerde voldeed aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De Rechtbank komt echter aan een oordeel hierover niet toe omdat de debiteur de wettelijke regels voor het in gebreke stellen niet in acht heeft genomen. Debiteur had mijn cliënt niet conform de wettelijke regels omtrent verzuim in gebreke gesteld en hem evenmin een termijn terug gegund waarbinnen alsnog eventueel deugdelijk zou moeten worden nagekomen.
De Rechtbank werpt kortom alle verweren van debiteur en wijst de vorderingen van mijn cliënt volledig toe. Tevens wordt debiteur veroordeeld in de betaling van de wettelijke handelsrente, alsmede in de proceskosten.
Debiteur teruggevonden in buitenland
Nadat de Rechtbank in februari 2010 dit vonnis had gewezen, schreef debiteur zich in het handelsregister uit met onbekende bestemming. Halverwege 2011 dook hij weer op in een nieuwsbericht dat op een website verscheen. Hieruit was op te maken dat hij inmiddels naar België was vertrokken.
Nadat wij begin 2012 de Belgische Rechter om toestemming hadden gevraagd om in België te mogen executeren op bezittingen van debiteur, waaronder een auto, heeft de deurwaarder deze executiemaatregelen jegens debiteur alsnog kunnen nemen. Debiteur ging onder deze pressie vervolgens alsnog vrijwillig akkoord met het treffen van een betalingsregeling.
Uiteindelijk heeft debiteur halverwege 2013 alle vorderingen en kosten waartoe hij was veroordeeld alsnog voldaan. Inmiddels was de wettelijke handelsrente zodanig opgelopen dat deze meer bedroeg dan de oorspronkelijke hoofdsom.
Tips:
- Leg uzelf als leverancier in opdrachtbevestigingen alleen vast op inspanningen, niet op eindresultaten;
- Beding als afnemer vooral eindresultaten, verwacht van van uw leverancier niet alleen inspanningen;
- Kom als afnemer zomogelijk concrete aflevertermijnen overeen.
- Stel bij verzuim altijd eerst in gebreke voordat u naar de rechter stapt;.
- Volg uw debiteuren via Google alert.