Dwangsommen in aandeelhoudersgeschil
In een aandeelhoudersgeschil binnen een afvalverwerkings- en containerbedrijf werd juridische assistentie gevraagd door een aandeelhouder/directeur die op onterechte gronden buiten de onderneming was gezet.
Het afvalverwerkingsbedrijf had twee directeuren, die beide middels hun persoonlijke holding ieder de helft van de aandelen in eigendom hadden. De directeur/ aandeelhouder die door de andere directeur uit de onderneming was gezet (cliënt), beschuldigde de andere directeur van wanbeleid. Zo waren er onder andere onverklaarbare kasverschillen die de andere directeur niet kon verklaren.
Onderzoek naar wanbeleid
Er werd op verzoek van cliënt door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam een deskundige aangewezen die onderzoek moest doen naar wanbeleid (en de kasverschillen) en er werd er een interim-directeur aangesteld om orde op zaken te stellen.
Dwangsom voorschot onderzoek deskundige
Omdat het bedrijf inmiddels de kosten voor het onderzoek en het interim-bestuur niet meer kon voorschieten en de andere aandeelhouder door de Ondernemingskamer verantwoordelijk werd gehouden voor de onverklaarbare kasverschillen en het feit dat deze de afvalonderneming in een toestand had gebracht waardoor deze het voorschot niet kon betalen, moest uiteindelijk de andere aandeelhouder zekerheid stellen tot betaling van het voorschot met een bankgarantie.
Tamelijk uniek in de zaak was dat er als prikkel een dwangsom werd opgelegd aan de andere aandeelhouder/directeur wanneer deze de bankgarantie niet zou verstrekken. De Ondernemingskamer had dit nog niet eerder gedaan in andere zaken. Bovendien was de Ondernemingskamer tot deze uitspraak altijd zeer terughoudend met sancties, zeker indien nog niet was onderzocht of er daadwerkelijk sprake was van wanbeleid.