Verschillende aansprakelijkheids -regimes

Het belangrijkste verschil tussen de maatschap en de V.O.F. zit hem in de aansprakelijkheid. Maar wat houdt dit concreet in?

De aansprakelijkheid van de maat jegens de schuldeisers van de maatschap

De aansprakelijkheid van maten is in beginsel beperkt tot het gedeelte van de schuld van de maatschap dat gelijk is aan het aantal maten dat de maatschap had/heeft. Ofwel: een maat met drie mede-maten kan door schuldeisers in principe maar voor 25% van de schuld van de maatschap worden aangesproken. Om zijn volledige vordering te kunnen verhalen zal een schuldeiser dan ook alle vier de maten moeten aanspreken, waarbij de schuldeiser het risico loopt dat één (of meer) van de maten geen (of onvoldoende) verhaal biedt.

De aansprakelijkheid van de vennoot jegens de schuldeisers van de V.O.F.

Vennoten zijn te allen tijde hoofdelijk aansprakelijk (met hun privévermogen) voor alle schulden van de V.O.F. Dit betekent dat iedere schuldeiser elke individuele vennoot voor het totaal van zijn vordering kan aanspreken, op voorwaarde dat de vennoten gezamenlijk nooit meer dan het totaal van de schuld hoeven te voldoen. In dit geval loopt de schuldeiser veel minder incassorisico. Wanneer één van de vennoten geen verhaal (meer) biedt, kan de schuldeiser zich immers onverminderd voor het geheel van zijn vordering tot de andere venno(o)t(en) wenden.

De aansprakelijkheid van de commandiet jegens de schuldeisers van de C.V.

Vanwege de specifieke, afzijdige rol die de commandiet binnen de C.V. heeft, is de commandiet in principe niet aansprakelijk voor eventuele schulden daarvan. De commandiet heeft immers ook geen actieve, zichtbare bemoeienis met de C.V. en/of het ontstaan van de schulden heeft (gehad), ofwel: geen bemoeienis ≠ geen aansprakelijkheid.

Wanneer de commandiet evenwel beheershandelingen namens de C.V. verricht en daarmee het verbod daarop overtreedt, kan hij zich niet meer beroepen op die beschermende wetsartikelen. In dat geval wordt hij op dezelfde wijze behandeld als een “normale” vennoot en is hij hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de vennootschap.

De aansprakelijkheid van de vennoten/maten onderling

De aansprakelijkheid van de maat/vennoot/commandiet jegens de schuldeisers kan en moet worden onderscheiden van de vraag hoe de aansprakelijkheid tussen maten/vennoten onderling moet worden verdeeld. Met andere woorden: wanneer een maat/vennoot een schuldeiser van de maatschap/V.O.F. op persoonlijke titel voldoet, kan hij deze betaling mogelijk verhalen op zijn mede-veno(o)t(en). Of, en in welke mate, dit onderlinge verhaal mogelijk is, zal afhangen van de omstandigheden van het geval.

Wanneer één vennoot van een vennootschap met vier vennoten de totale vordering van een schuldeiser voldoet, ligt het in eerste instantie voor de hand dat hij driekwart van dat bedrag op zijn mede-vennoten kan verhalen. E.e.a. zal echter afhangen van de verwijten die de vennoten elkaar t.a.v. het ontstaan van de vordering onderling kunnen maken en de afspraken die zij daarover in het verleden onderling hebben gemaakt.

Meer informatie

Heeft u n.a.v. bovengeschetste situatie nog vragen, of wilt u meer weten over de verschillende vormen van aansprakelijkheid? Neem dan contact op met één van onze advocaten.