Afschaffing recidiveregeling alcohol
In 2011 is de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten in werking getreden. Bij de recidiveregeling ex artikel 123b WVW 1994 wordt het rijbewijs van rechtswege ongeldig wanneer een bestuurder binnen een periode van 5 jaar voor de tweede keer onherroepelijk wordt veroordeeld. Bij het rijden onder invloed van alcohol moet het alcoholpromillage bij de tweede veroordeling dan wel 1,3 promille of hoger zijn.
De recidiveregeling is in de praktijk een zeer ingrijpende maatregel gebleken. Nadat een rijbewijs namelijk van rechtswege ongeldig is geworden, kan een rijbewijs enkel weer worden teruggekregen door het opnieuw succesvol afleggen van rijexamen. Ook zal een bestuurder via een onderzoek van een psychiater rijgeschikt moeten worden geacht.
Sinds de invoering van de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten is er veel kritiek op geweest. De reden hiervoor had mede te maken met het feit dat een strafrechter over de toepassing van de recidiveregeling geen zeggenschap had. Door advocaten is dan ook regelmatig bepleit voor afschaffing van de recidiveregeling alcohol.
Bij de invoering van de recidiveregeling is afgesproken dat deze wettelijke regeling na een aantal jaren na invoering zou worden geëvalueerd. Dit is ook geschied in 2015. Uit deze evaluatie bleek dat er de nodige opmerkingen konden worden gemaakt op de recidiveregeling. Eén van de kritiekpunten was dat de effectiviteit van deze regeling ter discussie stond. Dit hing mede samen met de gelijktijdige toepassing van het onderzoek naar de rijgeschiktheid door het CBR.
Gelet op alle bezwaren tegen de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten heeft de regering besloten tot afschaffing van deze regeling bij het rijden onder invloed van alcohol. Hiervoor in de plaats is echter wel weer een aantal nieuwe maatregelen gekomen.
De eerste maatregel is de ongeldigheid van rechtswege van het rijbewijs wanneer een bestuurder wordt veroordeeld tot een ontzegging van de rijbevoegdheid of rechterlijk rijverbod van 2 jaar of langer. De tweede maatregel is de bevoegdheid van een rechter de ontzegging van de rijbevoegdheid meteen uitvoerbaar te verklaren. Het instellen van hoger beroep heeft dan geen schorsende werking meer.
De derde maatregel is de verlaging van de grens voor oplegging van het onderzoek naar de rijgeschiktheid naar 570 µg/l/ 1,3 promille. Dit betekent dat bestuurders sneller te maken krijgen met een onderzoek door een psychiater. De oplegging van dit onderzoek gaat dan gepaard met de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs. Net als de recidiveregeling heeft dit tot gevolg dat een bestuurder in ieder geval tijdens een bepaalde periode niet meer mag rijden.
Tot slot wijzen wij erop dat de afschaffing van de recidiveregeling alleen geldt bij het rijden onder invloed van alcohol. Dit betekent dat de recidiveregeling nog steeds van toepassing is bij het tweemaal binnen 5 jaar rijden onder invloed van drugs. De veroordeelde zal dan nog steeds opnieuw rijexamen moeten doen en een onderzoek moeten ondergaan om weer in het bezit te komen van een geldig rijbewijs.