Recidiveregeling rijden onder invloed
Een nog steeds redelijk onbekende maatregel bij het rijden onder invloed van alcohol is de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten.
Bij het rijden onder invloed van alcohol moet degene die onder invloed van alcohol heeft gereden op een gegeven moment voorkomen. Dit kan zijn bij de politierechter of bij de officier van justitie in een zogenaamde OM-zitting.
Bij het rijden onder invloed kunnen als straf worden opgelegd een geldboete, een werkstraf en een gevangenisstraf. Als bijkomende straf kan er nog een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd.
Nadat de bestuurder tot één of meer van de hiervoor genoemde straffen is veroordeeld, is het (strafrechtelijk) afgelopen wanneer het de eerste keer is geweest dat hij of zij voor het rijden onder invloed is veroordeeld. Wanneer het de tweede keer is dat de bestuurder voor een dergelijk feit wordt veroordeeld, loopt deze het risico dat de recidiveregeling rijden onder invloed van alcohol van toepassing is.
Op 1 juni 2011 is de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten in artikel 123b Wegenverkeerswet in werking getreden. Degene die binnen 5 jaar tweemaal onherroepelijk wordt veroordeeld wegens het rijden onder invloed van alcohol waarbij het alcoholpromillage de tweede keer 1,3 of hoger is, krijgt van rechtswege te maken met een ongeldigverklaring van het rijbewijs.
Na een ongeldigverklaring van het rijbewijs vanwege de toepasselijkheid van de recidiveregeling kan de betrokkene enkel zijn of haar rijbewijs terugkrijgen door met goed gevolg rijexamen te doen. Dit kan pas na afloop van een eventuele onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegheid.
De recidiveregeling rijden onder invloed van alcohol is een forse maategel. Tegen de toepassing van deze maatregel staat geen beroep open. Enkel in de strafzaak kan getracht worden de ontzegging van de rijbevoegdheid zo kort mogelijk te laten zijn zodat het rijexamen zo snel mogelijk kan plaatsvinden.