Verrekening na faillissement

Zoals veel mensen weten, is de kans dat je bij een faillissement nog betaling krijgt via de curator niet groot. Een faillissement wordt immers uitgesproken, omdat er te weinig geld is. Omgekeerd, worden de schuldenaren van de failliet door de curator wel gehouden tot nakoming c.q. betaling van hun schulden aan de failliet. De curator kan dit ook afdwingen, desnoods via een procedure.

Wanneer vorderingen verrekenen?

Juist omdat betalen aan een failliet wel kan, maar betaald worden meestal niet meer aan de orde is, is het interessant om te weten of je kunt verrekenen. Er worden vaak trucs verzonnen om op deze manier toch nog geld te krijgen. De wet stelt daar dan ook grenzen aan. Wanneer mag je vorderingen verrekenen?

Iemand die geld tegoed heeft van een bedrijf dat later failliet gaat, maar ook een schuld heeft aan die failliet mag dit verrekenen, als de vordering en de schuld maar beiden van voor datum faillissement dateren en ook zonder faillissement mochten worden verrekend. Met andere woorden: de vorderingen kunnen dan tegen elkaar worden weggestreept.

Uitzonderingen vorderingen op failliet

Als iemand kort voor een faillissement de vordering van een ander op de latere failliet overneemt, om die te kunnen verrekenen met een eigen schuld aan gefailleerde, dan lijkt hij daar theoretisch gezien veel geld aan te kunnen verdienen. Je kunt zo’n vordering

doorgaans immers voor een gering bedrag kopen, omdat die andere schuldeiser ook weet dat de kans dat er nog betaling plaatsvindt klein is. Dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling. Daarom bepaalt artikel 54 Faillissementswet, dat niet verrekend kan worden met een vordering die van een ander is overgenomen voor faillietverklaring, als degene die de schuld overnam, niet te goeder trouw heeft gehandeld. Dit is het geval als men wist of behoorde te weten dat er een faillissement zou volgen, of er in ieder geval al sterk rekening mee hield. Na faillietverklaring overgenomen vorderingen van anderen kunnen uiteraard ook niet worden verrekend.

Vorderingen na faillisement

Een belangrijke uitzondering is, dat vorderingen op failliet die na dat faillissement ontstaan wel kunnen worden verrekend met schulden aan dezelfde failliet van voor datum faillissement. Zo kan een verhuurder een terug te betalen borgsom verrekenen met de huursom waarop hij aanspraak heeft over de opzegtermijn die de curator na faillissement heeft moeten hanteren op grond van art. 39 Faillissementswet. Dat maakt uit, omdat de curator die schuld weliswaar met voorrang moet betalen (we noemen dit een boedelschuld), maar dat alleen doet als er genoeg geld in de boedel is om de huursom over die opzegtermijn daadwerkelijk te betalen. Dat is lang niet altijd het geval en dan is het voor de verhuurder zeer gunstig dat hij mag verrekenen met de borgsom.

Meer informatie

Wilt u meer weten over verrekenen, of heeft u te maken met een dergelijke situatie en wilt u weten waar u recht op hebt? Neem dan contact met ons op.

Uw advocaten

Onze succesverhalen

Gerelateerde blogs