Aanschafprijs vrachtwagen retour

De Europese Unie staat voor vrije handel. Beperkingen en barrières worden waar mogelijk verwijderd.

De idee achter vrije handel is dat dit voor alle betrokkenen goed is. Producenten en leveranciers kunnen doen waar ze goed in zijn (te weten: ondernemen) en afnemers betalen nooit te veel.

Prijsafspraken en prijsopdrijving

Omdat onderlinge prijsafspraken tot prijsopdrijving (en daarmee verstoring van de vrije markt) leiden, zijn deze verboden. Hoewel de meeste landen al specifieke wet- en regelgeving daarover hadden, is dit verbod ook nadrukkelijk vastgelegd in de Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (en daarvoor al in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap).

Ondanks dit verbod hebben Man, Daf, Iveco, Volvo, Scania, Daimler én Renault tussen 1997 en 2011 onderling afspraken gemaakt over de (ver)koopprijzen van hun vrachtwagens. Daarmee voorkwamen zij onderlinge concurrentie en hielden zij de prijzen van hun vrachtwagens kunstmatig hoog; de consequentie hiervan is dat de meeste (zo niet alle) kopers in deze periode (veel) te veel voor hun vrachtwagen(s) hebben betaald.

Toen de Europese Commissie in 2011 vermoedens kreeg over kartelafspraken, is zij dit nader gaan onderzoeken, wat in 2014 heeft geleid tot een officiële aanklacht.

Kartelvorming

De afgelopen jaren hebben de vrachtwagenfabrikanten (met uitzondering van Scania) schuld aan de kartelafspraken bekend en onderhandeld over de hoogte van de boete. Dit heeft ertoe geleid dat de Europese Commissie de vrachtwagenproducenten (met uitzondering van Scania, tegen haar loopt de vervolging nog) op 19 juli 2016 heeft bestraft met een recordboete 2,93 miljard Euro.

Door in te stemmen met deze boete, hebben de vrachtwagenfabrikanten (met uitzondering van Scania) erkend dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan verboden kartelafspraken. Daarmee staat vast dat zij onrechtmatig jegens hun kopers hebben gehandeld.

Schade verhalen

De schade die de kopers hierdoor hebben geleden (zijnde het verschil van de betaalde koopprijs versus de prijs die onder normale marktomstandigheden zou zijn betaald), kunnen zij op de vrachtwagenfabrikanten verhalen.

Wanneer u in de periode 1997 tot en met 2011 een vrachtwagen hebt gekocht bij één van deze vrachtwagenproducenten, kan het dan ook bijzonder interessant lucratief zijn om te onderzoeken of u een deel van de aankoopprijs terug kunt krijgen.

Graag bespreken wij in dat geval met u wat wij voor u kunnen betekenen. Omdat dit voor elke koper anders zal zijn, bespreken wij dit graag met u in een persoonlijk gesprek.