Aanzegplicht

Aanzegplicht: toch niet zo eenvoudig

Einde dienstverband aanzeggen

In beginsel lijkt de wetbepaling die per 1 januari 2015 is ingevoerd met betrekking tot de aanzegplicht vrij eenvoudig: een werkgever moet een werknemer minstens een maand van tevoren aangeven of zijn tijdelijke contract wel of niet wordt verlengd. Doet hij dat niet of te laat, dan is hij een boete verschuldigd. Klinkt gemakkelijk, maar niets is minder waar. Over de aanzegplicht is, hoewel het belang klein lijkt te zijn, al veelvuldig geprocedeerd.

De feiten

Op 8 oktober 2015 heeft de kantonrechter in Apeldoorn bovendien een uitspraak gedaan die nieuwe inzichten geeft. Het gaat om een werknemer die voor zes maanden in dienst treedt. Vervolgens wordt het contract opnieuw met zes maanden verlengd en wel tot 30 juni 2015. Eind mei gaat de werkgever netjes met de werknemer in gesprek over verlenging van het dienstverband en wordt hem een schriftelijk voorstel gedaan. Partijen spreken enkele weken over de voorwaarden waaronder dit moet gebeuren. Voor de werknemer is het een zwaar gesprek. Hij raakt geëmotioneerd en vertrekt naar huis.

Dienstverband opgezegd?

De eerste vraag die voorgelegd wordt aan de kantonrechter is of de werknemer hiermee zelf zijn dienstverband heeft beëindigd of dat deze juist is verlengd. De werknemer stelt dat tijdens het gesprek dat over verlenging heeft plaatsgevonden mondeling het aanbod tot verlenging is aanvaard waardoor dus het dienstverband is verlengd. De werknemer wil doorbetaling van zijn salaris, maar ook betaling van de aanzegvergoeding.

De werkgever is het hier niet mee eens en zegt op zijn beurt dat het de werknemer is die het dienstverband heeft beëindigd. Hij is namelijk na ontvangst van het schriftelijke voorstel naar huis gegaan en heeft ook op geen andere wijze het voorstel tot verlenging aanvaard. Daarom bestaat er ook geen aanspraak op een aanzegvergoeding.

Dienstverband is verlengd

De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst is verlengd. Wanneer er sprake is van een emotionele toestand bij een werknemer dan moet de werkgever er extra alert op zijn of de werknemer duidelijk en ondubbelzinnig verklaart of hij het dienstverband wil beëindigen. Is dat niet het geval, dan mag een werkgever er niet van uitgaan dat de werknemer dit ook gewild heeft. Het dienstverband is niet opgezegd en daarmee automatisch verlengd.

Verlenging maar toch aanzegvergoeding verschuldigd

De volgende overweging van de kantonrechter is opvallend. De kantonrechter oordeelt namelijk dat – ongeacht of er sprake is van een verlenging – de werkgever hoe dan ook niet heeft voldaan aan zijn aanzegverplichting. Er heeft wel een gesprek plaatsgevonden eind mei, maar dat had schriftelijk vastgelegd moeten worden vóór 1 juni. Dit volgt namelijk uit de wet. De werknemer heeft dus hoe dan ook recht op de gevorderde aanzegvergoeding.

Tips

Uit deze uitspraak volgen dus twee belangrijke zaken:
Houdt als werkgever goed in uw administratie bij wanneer een tijdelijk contract eindigt, wanneer uiterlijk het gesprek aangegaan moet worden en wanneer er uiterlijk een schriftelijk voorstel moet komen. Ga op tijd met uw werknemer in gesprek over al dan niet verlenging van een tijdelijk contract en leg dit ook tijdig schriftelijk vast. Hiermee voorkomt u onnodige kosten en dure procedures. Heeft u vragen over de aanzegplicht of contractverlenging, neemt u dan contact op met onze advocaat mr. Suzanne van Dijsseldonk.

Uw advocaten

Onze succesverhalen

Gerelateerde blogs