Verklaring omtrent gedrag

Vanuit de maatschappij komen er steeds meer geluiden om de maatschappij en personen die zich in een afhankelijke positie verkeren te beschermen tegen personen met een crimineel verleden.

Vanuit de Overheid bestaat al langere tijd de mogelijkheid om als werkgever voor bepaalde functies of beroepen in de maatschappij een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te verlangen van de beoogd werknemer/sollicitant. Vroeger werd deze verklaring in de volksmond wel eens “verklaring van goed gedrag” genoemd. Het gaat dan om de VOG Natuurlijke Personen (VOG NP). Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld werknemers in de kinderopvang of sportinstructeurs die met (jonge) kinderen moeten werken of bijvoorbeeld taxichauffeurs. Voorkomen dient immers te worden dat de werkgever het risico loopt dat de beoogd werknemer respectievelijk een pedofiel of notoire drankrijder is. Immers, dat betekent een potentieel gevaar voor een kwetsbare groep mensen die zich in een afhankelijkheidspositie bevinden.

Ook bestaat de mogelijkheid een verklaring omtrent gedrag te vragen voor Rechtspersonen (VOG RP). Te denken valt bijvoorbeeld aan het afsluiten van een IT-contract waarbij een overheidsorganisatie is betrokken en/of potentieel omgegaan wordt met vertrouwelijke gegevens. Relevant kan bijvoorbeeld ook zijn of de rechtspersoon (veelal een B.V.) of diens directeur/bestuurder mogelijk betrokken zou kunnen zijn geweest bij faillissementsfraude of iets dergelijks. De Dienst Justis van het Ministerie van Justitie en Veiligheid toetst bijvoorbeeld ook aan de hand van de wet Bibob bij afgifte van vergunningen voor bedrijven. Ook de Gedragsverklaring Aanbesteding is een van de producten van de Dienst Justis.

VOG en Wet justitiële- en strafvorderlijke gegevens

De verklaring Natuurlijke Personen (NP) wordt door het Ministerie van Justitie via het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent Gedrag (COVOG) van de Dienst Justis (Dienst Justitiële Informatie) al dan niet op verzoek afgegeven. De VOG mag niet worden verward met het zogenaamde antecedentenonderzoek of veiligheidsonderzoek. Zo’n onderzoek zal ook (relevante gegevens over) familieleden van de sollicitant betrekken bij de vraag of er bezwaren bestaan om de sollicitant al dan niet toe te laten tot een bepaalde (vertrouwelijke) functie. Zo zal voor bepaalde (vertrouwens)functies bij de politie en bij defensie veelal een uitgebreid veiligheidsonderzoek plaatsvinden door de AIVD respectievelijk de MIVD.

Sterke toename van de aanvraagverzoeken

De afgelopen jaren is de Dienst Justis behoorlijk uitgebreid en worden er steeds meer verzoeken tot afgifte van de VOG afgehandeld. Van 2010 t/m 2013 is een toename van de aanvraagverzoeken voor de VOG genoteerd van ruim 50%! Slechts een zeer gering percentage wordt geweigerd.

Beleidsregels en screeningsprofielen

Binnen het toetsingskader van het COVOG wordt, voordat de verklaring wordt afgegeven, gekeken naar het relevante strafrechtelijke verleden van de beoogd werknemer/sollicitant. Dit betekent dat het zogenaamde strafblad van de sollicitant voor een bepaalde terugkijkperiode er op wordt nageslagen. Terugkijkperiode’s kunnen afhankelijk van de functie waarvoor de verklaring dient te worden afgegeven variëren van 4, 5, of zelfs 10 jaar of meer.
Deze gegevens zijn op basis van de Wet justitiële- en strafvorderlijke gegevens te raadplegen door de Dienst Justis.

Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden waarvoor de verklaring moet worden afgegeven zal aan de hand van onder meer de beleidsregels en de screeningsprofielen zowel op basis van objectieve criteria als subjectieve criteria worden getoetst of de verklaring al dan niet wordt afgegeven of moet worden geweigerd. Deze toetsing betekent onder meer dat het aantal-, de soort delicten en de recidivekans wordt meegewogen in de beslissing om de VOG af te geven. In beginsel is het dan niet relevant of strafbare feiten in privétijd zijn gepleegd. Nieuw is dat de Overheid van plan is om ook de politiegegevens mee te wegen in de afweging al dan niet een VOG te verstrekken. Dit betekent dat zelfs personen zonder strafblad een VOG zou kunnen worden geweigerd.

Besluit VOG te weigeren

De aanvraag van de VOG is een bestuursrechtelijk traject in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb.). Dit betekent dat het COVOG als overheidsorgaan zorgvuldig moet toetsen. Mocht het COVOG stuiten op een strafblad en er komen relevante feiten voor, die aanleiding kunnen zijn om de VOG te weigeren, dan zal de persoon in kwestie in eerste instantie zijn zienswijzen kunnen indienen alvorens het besluit wordt genomen.

Bijstand door een advocaat

Volgt vervolgens een besluit dat een weigering inhoudt, dan kan men eerst nog bezwaar maken. Het COVOG zal dan een heroverweging dienen te maken. Indien de VOG wordt geweigerd kan tegen het besluit bij de rechter in beroep worden gegaan. Voor het indienen van zienswijzen, het bezwaar en bij het aantekenen van beroep (en/of bij het bijwonen van hoorzittingen) is het raadzaam om bijgestaan te worden door een advocaat of gemachtigde die wegwijs is in het bestuursrecht. Wordt bij u de VOG geweigerd of is daartoe een voornemen, dan kunt u contact met ons opnemen voor advies en/of juridische bijstand.