Studiekostenbeding

Het beding
Een studiekostenbeding is een beding dat bepaalt dat, wanneer een werkgever voor een werknemer kosten voor een opleiding betaalt, deze onder voorwaarden door de werknemer terugbetaald moeten worden. De Hoge Raad heeft lang geleden al bepaald aan welke vereisten moet worden voldaan wil een dergelijk studiekostenbeding geldig zijn.
De vereisten volgens de Hoge Raad
Zo moet duidelijk omschreven worden hoe lang de werkgever van de opleiding van de werknemer profiteert en moet de terugbetalingsverplichting worden gebaseerd op een geleidende schaal. Dit houdt in dat (zoals gebruikelijk) het eerste jaar 100% van de kosten terugbetaald moeten worden, maar dat naar mate de tijd verstrijkt het percentage dat terugbetaald moet worden wordt verminderd tot er uiteindelijk niets overblijft.
Discussies
Vaak blijkt de toevoeging “beëindiging arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer” de nodige discussies op te roepen. Wanneer ligt het initiatief van beëindiging bij de werkgever en wanneer bij de werknemer? Er zijn veel situaties denkbaar die zich in het grijze gebied tussen deze twee opties in bevinden en daarover moet de rechtspraak meer duidelijkheid geven.
Op 8 september heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan die ik graag wil bespreken.
De inhoud van het beding
Het gaat om een werkneemster die kort na haar indiensttreding met een opleiding start en daarvoor een studiekostenbeding met haar werkgever afspreekt. In dit beding is bepaald dat wanneer het dienstverband wordt beëindigd op het verzoek van werkneemster zij de studiekosten moet terug betalen. Deze terugbetalingsplicht vervalt binnen drie jaar na het behalen van de opleiding. Per jaar wordt 1/3 van de kosten kwijtgescholden.
De omstandigheden
De werkneemster is werkzaam op basis van een tijdelijk contract en wanneer deze in 2011 eindigt wil de werkgever het contract graag verlengen. De werkneemster gaat daar niet akkoord mee waarop de werkgever zich op het standpunt stelt dat het contract dus beëindigd is op het initiatief van de werkneemster en studiekosten moet terugbetalen. De werkneemster is het daar niet mee eens.
Hoe interpreteren?
Waar het Gerechtshof naar kijkt, is zowel naar de bewoordingen van het studiekostenbeding als ook naar wat partijen nu bedoeld hebben af te spreken. Het Gerechtshof acht het aannemelijk dat de werkneemster de consequenties van de afspraak niet volledig heeft begrepen. Zij ging ervan uit dat zij daadwerkelijk zelf ontslag zou nemen en dat hiervan geen sprake is wanneer zij niet akkoord ging met contractverlenging. Het gerechtshof was het met de werkgever eens dat dit niet in de letterlijke tekst van het studiekostenbeding staat vermeld, maar dat het wel is gebleken uit de uitleg in de context van de studieovereenkomst.
Onduidelijkheid voor rekening van de werkgever
Dat hierover discussie kan ontstaan, komt voor rekening en risico van de werkgever. Zij is de professionele partij en als zij iets anders had bedoeld dan had zij dit moeten vermelden in het studiekostenbeding. Nu zij dat niet heeft gedaan en het aannemelijk is dat de werkneemster iets anders heeft mogen begrijpen, hoeft zij de studiekosten dan ook niet terug te betalen.
Hulp nodig?
Wilt u met uw werknemer een dergelijk studiekostenbeding afspreken dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat niet alleen de tekst van het beding juridisch gezien in orde is, maar dat ook het doel van dit beding op duidelijke en niet voor discussie vatbare wijze met de werkneemster wordt besproken. Schroomt u dan als werkgever ook niet om hiervoor een adviseur in te schakelen. Heeft u hierover meer vragen, neemt u dan contact op met mr. Suzanne van Dijsseldonk. Bent u een werknemer en heeft u te maken met een dergelijke discussie met uw werkgever over de geldigheid of toepassing van het studiekostenbeding dan kunt u hierover ook altijd vrijblijvend informeren.