Concurrentiebeding en de WWZ

Veranderingen
Het is inmiddels bekend dat de regelgeving rondom het concurrentiebeding onder de WWZ veranderingen heeft ondergaan. Zo mag een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd alleen nog worden opgenomen wanneer een bedrijf daar zwaarwegende bedrijfsbelangen bij heeft. Dit moet bovendien uitvoerig worden toegelicht in de arbeidsovereenkomst.
Contracten aanpassen
Veel werkgevers hebben hun overeenkomsten (nog) niet aangepast en laten oude bedingen in stand. Met als gevolg dat het gehele concurrentiebeding in tijdelijke contracten direct onbruikbaar is geworden. Wat nu exact de regelgeving is geworden, wanneer er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen en hoe de contracten aangepast moeten worden, is voor velen nog onduidelijk. Dit zal de rechtspraak moeten gaan uitwijzen. De eerste uitspraken zijn inmiddels bekend. Hieronder een korte uiteenzetting.
Overgangsrecht
Wat gebeurt er met overeenkomsten die vóór 1 januari 2015 (de ingangsdatum van deze wetgeving) zijn afgesloten en stilzwijgend worden verlengd? De Rechtbank Overijssel heeft hier op 15 september 2015 uitsluitsel over gegeven. Op 1 april besluiten werkneemster en werkgever de tijdelijke arbeidsovereenkomst van een jaar te verlengen tot 31 december 2015, en wel onder dezelfde voorwaarden als voorheen. Werkneemster zegt de arbeidsovereenkomst op 1 augustus op en wil in dienst treden bij een concurrent. Ze is van mening dat ze zich niet aan het concurrentiebeding hoeft te houden omdat het om een tijdelijk contract gaat en er geen motivering is opgenomen. De kantonrechter is het met haar eens. De overeenkomst die opnieuw is aangegaan per 1 april 2015 moet aangemerkt worden als een nieuwe arbeidsovereenkomst waarop de nieuwe wet (artikel 7:653 BW) van toepassing is. Er is in de arbeidsovereenkomst dus geen rechtsgeldig concurrentiebeding opgenomen.
Zwaarwegend bedrijfs- en dienstbelang
Wanneer is er sprake van een zwaarwegend bedrijfs- en dienstbelang zodat een concurrentieding in een tijdelijk contract is toegestaan? Op dit moment is er nog geen rechtspraak waarin een rechter akkoord is gegaan met de motivering van het concurrentiebeding. De Rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat de wetsgeschiedenis van de WWZ nauwelijks aanknopingspunten biedt voor een nadere invulling van het criterium ”zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang’. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt alleen dat er sprake dient te zijn van specifieke werkzaamheden of een specifieke functie die per geval een afweging en motivering vergt. In de literatuur wordt aangenomen dat het een zware toets betreft, gelet op het uitgangspunt dat een concurrentiebeding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet geldig is.
Andere oplossingen?
Een werkgever had in zijn uitspraak een aantal belangen genoemd, namelijk bescherming van het opgebouwde netwerk, marktgebied en de behoefte en de werkwijze van werkgever. De rechter vond dit te algemeen. Een omschrijving van de specifieke kennis en/of (vertrouwelijke) bedrijfsinformatie die de werknemer bij zijn werkgever zal verwerven, en die beschermd moet worden door het concurrentiebeding, ontbreekt. In dat verband is het ook van belang dat de werkgever in casu een detacheringsbureau is en dat haar werknemers bij verschillende opdrachtgevers te werk worden gesteld en dus niet bij werkgever zelf. Bovendien kunnen de feitelijke werkzaamheden van de werknemer van geval tot geval verschillen. Dat de nadruk wordt gelegd op de investering in de opleiding van medewerkers om hen bij zoveel mogelijk werkervaring te laten opdoen, wat volgens werkgever bescherming behoeft in de vorm van een concurrentiebeding, acht de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Er moet gemotiveerd worden waarom dit niet op een andere manier gerealiseerd kan worden, zoals via een studiekostenbeding of een geheimhoudingsbeding. De rechter vernietigt het concurrentiebeding.
De kantonrechter in Groningen heeft op vergelijkbare wijze geoordeeld. Ervan uitgaande dat de bedrijfsactiviteiten van de oude werknemer en de nieuwe werkgever elkaar (deels) overlappen, vindt de kantonrechter dat werkgever onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt welk zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zij met het vastleggen en het handhaven van het concurrentiebeding wenst te beschermen.
Specifieke kennis en ervaring
Er is niet gebleken dat de werknemer belangrijke en exclusieve bedrijfsinformatie, die hij alleen maar tijdens het dienstverband bij werkgever heeft kunnen opdoen, kan misbruiken. Het gaat dan niet om binnen het reguliere dienstverband opgedane kennis en ervaring, maar alleen om hele specifieke kennis en ervaring. U moet dan denken aan kennis van de klantenkring van de werkgever. De rechter merkte bovendien nog op dat een dergelijk te beschermen belang afneemt naarmate de tijd verstrijkt. Zeker nu blijkt dat er binnen het bedrijf nog 221 andere hulpverleners zijn die dezelfde hulp en begeleiding bieden als de betreffende werknemer. De rechtbank vindt dus ook hier dat het nodige zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelang ontbreekt en vernietigt het concurrentiebeding.
Deze uitspraken laten vooral zien wanneer de motivering van een concurrentiebeding in een tijdelijk contract niet is toegestaan en wat het denkproces van de rechter daarbij is. Hieruit blijkt in ieder geval dat er heel concreet en specifiek moet worden benoemd wat de bedrijfsbelangen zijn en er gemotiveerd moet worden waarom alleen een concurrentiebeding dit belang kan beschermen (en er geen andere oplossing mogelijk is).
Wilt u advies over concurrentiebedingen, neem dan contact op met onze advocaat mr. Suzanne van Dijsseldonk. Zij heeft tevens ruime ervaring met het behandelen van geschillen over het concurrentiebeding.