Eigen verklaringprocedure CBR
De zogenaamde eigen verklaringprocedure van het CBR kan in verschillende situaties in beeld komen. In dit artikel wordt op één van die situaties ingegaan.
Wanneer in de vorderingsprocedure ex artikel 130-134 Wegenverkeerswet een diagnose alcoholmisbruik wordt gesteld, is de betrokkene op grond van de regelgeving rijongeschikt. Het CBR zal dan overgaan tot ongeldigverklaring van een rijbewijs.
Indien een betrokkene zich op dat moment bij die beslissing neerlegt, zal hij zijn rijbewijs later weer terug willen hebben. Via de eigen verklaring procedure is dat mogelijk.
Wanneer het rijbewijs van een bestuurder door het CBR ongeldig is verklaard, dient er op grond van paragraaf 8.8 in de Bijlage bij de regeling eisen geschiktheid een recidiefvrije periode van een jaar verstreken te zijn alvorens iemand weer in aanmerking kan komen voor een rijbewijs.
Na het verstrijken van deze recidiefvrije periode dient er eerst nog een onderzoek in de eigen verklaringprocedure plaats te vinden. Een psychiater zal dan kijken of het eerder gestelde alcoholmisbruik een jaar in remissie is. Wanneer het alcoholmisbruik een jaar is gestopt, wordt de betrokkene weer rijgeschikt geacht.
Nadat de betrokkene rijgeschikt is geacht, geeft het CBR een verklaring van geschiktheid af. Deze verklaring van geschiktheid geldt in eerste instantie voor één jaar.
Wanneer iemand na dit jaar weer een rijbewijs wil ontvangen, dient hij tijdig voor afloop van het jaar weer een eigen verklaringformulier aan het CBR toe te sturen. Er zal dan wederom een onderzoek plaatsvinden. Wanneer iemand rijgeschikt wordt geacht, zal er een verklaring van geschiktheid voor 3 jaar worden afgegeven. Na 3 jaar zal er weer een onderzoek plaatsvinden. Wanneer iemand dan rijgeschikt wordt geacht, zal er een verklaring van geschiktheid voor 5 jaar worden afgegeven. Na 5 jaar zal iemand wederom onderzocht worden. Wanneer dat positief verloopt, zal iemand een verklaring van geschiktheid voor 10 jaar ontvangen.
Mensen in de eigen verklaringprocedure hebben veel kritiek op deze termijnbeperkingen. Op grond van vaste rechtspraak mag het CBR deze termijnbeperkingen echter hanteren.
Wanneer iemand deze onderzoeken in de eigen verklaring procedure wil voorkomen, is het belangrijk reeds in de vorderingsprocedure kritisch te kijken naar de vraag of er terecht een diagnose alcoholmisbruik is gesteld. Indien dit niet het geval is, kan overwogen worden hiertegen bezwaar te maken. Indien dit bezwaarschrift gegrond is, komt de betrokkene niet meer in de eigen verklaringprocedure terecht.