Straf te hard rijden
Dit artikel gaat over de straf die kan worden opgelegd na het te hard rijden. Met het te hard rijden wordt bedoeld een overschrijding van de maximumsnelheid met meer dan 30 en 40 kilometer per uur.
Op grond van artikel 92 lid 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens is het overschrijden van de maximumsnelheid een strafbaar feit. Voor het te hard rijden kunnen relatief zware straffen worden opgelegd.
Voor het te hard rijden worden in de regel een geldboete en een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd. Deze ontzegging van de rijbevoegdheid kan maximaal 2 jaar bedragen.
Om gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk te berechten, heeft het Openbaar Ministerie de richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen opgesteld.
Op grond van deze richtlijn levert een eerste overschrijding van de maximumsnelheid tussen de 50 en 70 kilometer per uur als eis op een geldboete van € 1.100,- (2016) en twee maanden rijontzegging. Bij een eerste overschrijding tussen de 70 en 99 km/u geldt als eis een geldboete en een rijontzegging van vier maanden.
Bij een eerste overschrijding van 100 km/u of meer geldt als eis een geldboete uit de lagere categorie vermeerderd met een bedrag van € 200,- per 5 km overschrijding en een rijontzegging van 6 maanden.
Wanneer een bestuurder binnen twee jaar tweemaal de maximumsnelheid overschrijdt, geldt de zogenaamde recidiveregeling. Van recidive is sprake indien de overtreding wordt begaan binnen twee jaar na afdoening van één eerdere gedocumenteerde snelheidsovertreding.
Het gevolg is dat de officier van justitie een zwaardere straf zal eisen. Bij een tweede snelheidsoverschrijding binnen twee jaar tussen de 50 en 70 kilometer per uur zal de geldboete 20% hoger zijn en de rijontzegging vier in plaats van twee maanden.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat iemand eerder een snelheidsovertreding heeft begaan met een overschrijding tussen de 31 en 49 km/u en dan binnen twee jaar weer een zelfde snelheidsovertreding begaat. Ook dan is de recidiveregeling van toepassing. Als eis geldt dan een geldboete en een rijontzegging van twee maanden.
Tegenwoordig worden bestuurders bij het te hard rijden in de regel opgeroepen voor een zogenaamde OM-zitting. Bij deze OM-zitting zal de officier van justitie een strafbeschikking uitvaardigen. De straf zal dan vaak overeenkomen met de hiervoor aangehaalde richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen.
Wanneer een bestuurder het niet eens is met de straf, kan hij binnen 2 weken verzet aantekenen bij de officier van justitie. De officier van justitie is dan verplicht de zaak voor te leggen aan de Kantonrechter.
Een voordeel van het voorleggen van de zaak aan de Kantonrechter is dat de Kantonrechter in tegenstelling tot de officier van justitie de mogelijkheid heeft van het opleggen van een voorwaardelijke rijontzegging. Bij een voorwaardelijke rijontzegging mag de bestuurder blijven rijden. Pas wanneer de bestuurder zich binnen de proeftijd weer schuldig maakt aan het te hard rijden, kan de straf van de voorwaardelijke rijontzegging alsnog ten uitvoer worden gelegd.