Artikel 5a Wegenverkeerswet

Op verzoek van de regering heeft een werkgroep van de Rijksuniversiteit Groningen in 2017 het rapport ‘ernstige verkeersdelicten’ uitgebracht. In dit rapport werd geadviseerd gevaarzettend verkeersgedrag harder aan te pakken. Artikel 5a Wegenverkeerswet is hier een gevolg van. 

Op 1 januari 2020 is artikel 5a Wegenverkeerswet in werking getreden. De tekst van artikel 5a WVW 1994 luidt:

Het is een ieder verboden opzettelijk zich zodanig te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.

Vervolgens wordt in artikel 5a WVW een aantal verkeersgedragingen genoemd die als zodanig kunnen worden aangemerkt. Dat zijn onder andere gevaarlijk inhalen, het negeren van een rood kruis, het niet verlenen van voorrang, door rood licht rijden, bumperkleven en het niet handsfree bellen of appen. De mate waarin een bestuurder onder invloed van alcohol reed, kan op grond van het tweede lid tevens in aanmerking worden genomen.

Artikel 5a Wegenverkeerswet is een zwaardere variant van artikel 5 WVW. Dit komt tot uitdrukking in het feit dat dit artikel niet als overtreding maar als misdrijf is aangemerkt.  Verder blijkt dit ook uit het feit dat de wetgever zwaardere straffen op dit nieuwe artikel heeft gezet.

Voor overtreding van artikel 5a WVW kan een maximale gevangenisstraf van 2 jaar worden opgelegd alsmede een geldboete van de vierde categorie (€ 21.750,-). Daarnaast kan er een maximale ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd van vijf jaren. Ten opzichte van de op artikel 5 WVW gestelde straffen zijn dit forse straffen.   

Gelet op het feit dat artikel 5a Wegenverkeerswet een nieuw strafbaar feit is, zal de jurisprudentie opheldering moeten gaan geven over de afbakening met artikel 5 WVW. Blijkens de memorie van toelichting bij het nieuwe artikel gaat het om onverantwoordelijk rijgedrag in het verkeer waarvan men weet dat dat zeer gevaarlijke situaties voor medeweggebruikers in het leven roept. Er moet sprake zijn van daadwerkelijk potentieel gevaar voor anderen.

In artikel 5a WVW worden meerdere voorbeelden van verkeersgedragingen genoemd die gevaarlijk zijn. Ik noem hier het niet handsfree bellen of appen. Het niet handsfree bellen of appen is een feit dat standaard afgedaan wordt met een administratieve boete. Met name het appen is een feit dat potentieel gevaarlijk is voor medeweggebruikers. Hoe is de verhouding tot de strafbaarheid van het appen in artikel 61a Reglement verkeersregels en verkeerstekens? Wij verwachten dat dit in de rechtspraktijk nog wel discussie gaat opleveren.

Wordt u verdacht van overtreding van artikel 5a Wegenverkeerswet en wenst u bijstand? U kunt hiervoor altijd eens eerst vrijblijvend telefonisch contact met ons opnemen. Onze contactgegevens treft u elders op onze website.