Exequaturs

Executie van buitenlandse vonnissen in Nederland

De hoofdregel

Algemeen

Indien de rechter uw vordering heeft toegewezen, is het beoogde resultaat van de procedure meestal nog niet bereikt. Over het algemeen is de procedure immers niet gestart om een mooi vonnis van de Rechtbank te ontvangen, maar om iets van een ander gedaan te krijgen, bijvoorbeeld betaling van een geldbedrag. Wanneer de wederpartij het vonnis niet vrijwillig nakomt, is executie van het vonnis nodig om het bedrag (alsnog) te ontvangen.

Geldige executoriale titel

Om een vonnis in Nederland ten uitvoer te kunnen leggen, moet het zijn voorzien van een in Nederland geldige executoriale titel. Door buitenlandse rechters afgegeven executoriale titels kunnen, enkele uitzonderingen daargelaten, in beginsel niet in Nederland worden geëxecuteerd. Om een buitenlands vonnis in Nederland te kunnen executeren moet eerst verlof zijn verleend door een Nederlandse rechter. Een dergelijke verlofprocedure wordt een exequaturprocedure genoemd.

De exequaturprocedure in het algemeen

Indien dat in de Nederlandse wet is bepaald óf indien de Nederlandse overheid dat in een verdrag met één of meer andere landen overeengekomen is, kan een Nederlandse rechter verlof verlenen dat een door een rechter van een vreemde staat gewezen vonnis in Nederland wordt geëxecuteerd (artikel 985 e.v. Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).In deze exequaturprocedure wordt de zaak zelf niet aan een nieuw onderzoek onderworpen. De in de vreemde lidstaat gevoerde procedure wordt dan ook niet overgedaan door de Nederlandse rechter. De Nederlandse rechter beperkt zijn controle onder meer tot (1) of er een wettelijke of verdragsrechtelijke grondslag is voor executie van het buitenlands vonnis in Nederland en (2) of het vonnis in het land van herkomst geëxecuteerd kan worden.

De Rechtbank verstrekt haar uitspraak met enige spoed, maar niet voordat de partij ten laste van wie de executie wordt verlangd de gelegenheid heeft gehad om zijn visie te geven over het gevraagde verlof.

De exequaturprocedure voor “Europese” vonnissen

In Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000, betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, heeft de Europese Unie bepaald dat binnen de Europese Unie gewezen vonnissen in Nederland moeten worden erkend en moeten kunnen worden geëxecuteerd. De erkenning vindt zonder nadere (inhoudelijke) toetsing plaats.

Voor executie is verlof van een plaatselijke rechter vereist. Deze rechter controleert met name of het vonnis in het land van uitgifte geëxecuteerd kan worden. Dit wordt gecontroleerd aan de hand van een formulier als bedoeld in artikel 54 en 58 van de betreffende Verordening, dat als bijlage V aan de Verordening is gehecht en die door de rechter van het land van afgifte moet worden verstrekt.

Na ontvangst van de grosse van het buitenlandse vonnis waaraan het originele bijlage V formulier van de Europese Verordening is gehecht en nadat voornoemde controle is uitgevoerd, voorziet de Nederlandse rechter het buitenlandse vonnis van een in Nederland geldige executoriale titel, waardoor het buitenlandse vonnis in Nederland kan worden geëxecuteerd. De wederpartij wordt in deze procedure niet gehoord door de Rechter.

De uitzonderingen op de hoofdregel

Binnen de Europese Unie wordt ernaar gestreefd om handelsbelemmeringen, waar mogelijk, op te heffen. Daartoe worden dagelijks een groot aantal beslissingen genomen. Een drietal van die beslissingen hebben elk een uitzondering gecreëerd op de hoofdregel dat een door een buitenlandse rechter afgegeven vonnis niet zonder verlof van een Nederlandse rechter in Nederland kan worden geëxecuteerd.

De Europese executoriale titel voor niet betwiste geldvorderingen

Indien de gedaagde de vordering in de procedure in de vreemde lidstaat niet heeft betwist, kan die Rechtbank een vonnis op grond van Verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004, tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen waarmerken als Europese executoriale titel. Voorwaarde voor deze waarmerking is dat de vordering niet is betwist. Er is onder meer sprake van “niet betwist” wanneer de vordering wordt erkend, als deze niet wordt weersproken of als de gedaagde niet in de procedure verschijnt, na daartoe te zijn opgeroepen.

Wanneer een rechter zijn vonnis waarmerkt als Europese executoriale titel, kan het vonnis vervolgens zonder nadere toetsing door “lokale” rechters, en zonder dat daartoe nader verlof van een rechter nodig is, worden geëxecuteerd binnen de gehele Europese Unie. Indien de gedaagde niet in de procedure is verschenen, en de overeenkomst door hem is gesloten in hoedanigheid van natuurlijk persoon voor een gebruik dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd, kan de waarmerking als Europese executoriale titel alleen plaatsvinden door het gerecht in de lidstaat van de woonplaats van de schuldenaar.

Europese link

Omdat deze Verordening is opgesteld om het mogelijk te maken dat een vonnis van een rechter in één van de lidstaten van de EU direct (zonder nader verlof van andere rechters van andere lidstaten) in alle lidstaten van de EU kan worden geëxecuteerd, weigeren rechters regelmatig om een uitspraak te waarmerken als Europese executoriale titel indien er geen Europese link is. Vaak wordt aangenomen dat deze er niet is als beide partijen in de procedure in dezelfde lidstaat woonachtig/gevestigd zijn en de verhaalsmogelijkheden zich ook in diezelfde lidstaat bevinden. Indien na de uitspraak alsnog een 

Europese link ontstaat, bijvoorbeeld omdat de debiteur naar een andere lidstaat verhuist of (een deel van) zijn vermogen elders in de Europese Unie onderbrengt, kan de Rechter worden gevraagd zijn eerder gedane uitspraak alsnog te waarmerken als een Europese executoriale titel.

Het instellen van een rechtsmiddel

Indien je het niet eens bent met de veroordeling, hangt het van de het gewone burgerlijk procesrecht van de lidstaat van het gerecht af of en, zo ja, op welke wijze een rechtsmiddel kan worden ingesteld. Het is niet mogelijk om een rechtsmiddel ten gronde in te stellen tegen het verstrekken van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel. Wel kan onder omstandigheden het verzoek worden gedaan om de tenuitvoerlegging te schorsen of te beperken.

Europese betalingsbevelprocedure

Op grond van Verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure kan een rechter een Europees betalingsbevel verstrekken voor niet betwiste geldvorderingen. Deze procedure is door de Europese Unie in het leven geroepen om de inning te vergemakkelijken van liquide geldvorderingen, die op een concreet bedrag kunnen worden vastgesteld en die opeisbaar zijn op het tijdstip waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend.

Schriftelijke procedure

De procedure verloopt volledig schriftelijk. Het opstarten en de afhandeling van de procedure geschied via vooraf vastgestelde formulieren die als bijlagen aan de Verordening zijn gehecht. Indien de gedaagde verweer voert tegen de vordering, wordt de procedure automatisch voortgezet volgens het gewone burgerlijk procesrecht van de lidstaat van het gerecht (de procedure loopt dus niet meer volgens de Europese Verordening), tenzij de eiser vooraf heeft aangegeven de zaak in dat geval niet te willen voortzetten. Indien de eiser dat laatste heeft aangegeven, wordt de procedure door het gevoerde verweer automatisch beëindigd.

De vraag welke rechter bevoegd is een Europees betalingsbevel af te geven, worden geregeld overeenkomstig Verordening EG nummer 44/2001. Indien de vordering evenwel betrekking heeft op een overeenkomst gesloten door een natuurlijk persoon, als niet bedrijfsmatig of niet beroepsmatig (lees: consument) en de consument de verweerder is, zijn alleen de rechters van de lidstaat waar de verweerder de woonplaats heeft bevoegd een Europees betalingsbevel te verstrekken.

Grensoverschrijdende zaken

Deze procedure kan alleen worden gebruikt voor grensoverschrijdende zaken. Met grensoverschrijdende zaken wordt in deze Verordening bedoeld; zaken waarin ten minste één van de partijen haar woonplaats of haar gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan waar het aangezochte gerecht gevestigd is.

Het bestaan van deze “Europese” procedure staat er niet aan in de weg dat reguliere nationale procedures (bijvoorbeeld een kort geding of een bodemprocedure) mogen worden gevoerd.

Europees betalingsbevel weigeren

In geen geval wordt in de lidstaat van tenuitvoerlegging de juistheid van het Europees betalingsbevel onderzocht. Wel kan de “lokale” rechter tenuitvoerlegging van het Europees betalingsbevel weigeren als:

  • het betreffende bedrag reeds is betaald of als een eerdere beslissing tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, én
  • de eerdere beslissing of het eerdere bevel aan de voorwaarden voor erkenning in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoet, én
  • de onverenigbaarheid in de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong niet als verweer had kunnen worden aangevoerd.

Tegen een afgegeven Europees betalingsbevel kan geen hoger beroep worden ingesteld. Wel kan het bevoegde gerecht van de lidstaat van oorsprong, na afgifte van het Europees betalingsbevel, om heroverweging van de beslissing worden gevraagd als de veroordeelde door omstandigheden buiten zijn schuld gelegen niet tijdig kennis heeft kunnen nemen van het voornemen om een Europees betalingsbevel af te geven.

Europese procedure voor geringe vorderingen

Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007, tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen is ingevoerd voor de inning van kleine geldvorderingen. Deze procedure kan worden gevoerd als de vordering niet wordt betwist, maar ook als deze wel wordt betwist.

De Verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken, enkele rechtsgebieden uitgezonderd, waaronder het huurrecht ten aanzien van onroerende zaken en het arbeidsrecht, indien de waarde van de vordering, alle rente, kosten en uitgaven niet meegerekend, op het tijdstip dat het vorderingsformulier door het bevoegde gerecht wordt ontvangen, niet meer bedraagt dan €2.000,00.

Deze procedure verloopt in principe schriftelijk, via vooraf vastgestelde formulieren die als bijlagen aan de Verordening zijn gehecht, al kan het gerecht in de loop van de procedure een mondelinge behandeling bepalen, eventueel via videoconferentie of andere vormen van communicatietechnologie.

De lidstaten mogen zelf bepalen of zij een beroepsmogelijkheid openstellen in het kader van de Europese procedure voor geringe geldvorderingen. De Nederlandse overheid heeft ervoor gekozen om deze mogelijkheid niet te bieden. Indien in enige lidstaat wel beroep tegen een dergelijke uitspraak openstaat, schorst het ingestelde hoger beroep de executie van de beslissing niet.

Advies executie buitenlands vonnis

Graag adviseren wij u welke route u het beste kunt nemen om uw buitenlandse vonnis in Nederland ten uitvoer te kunnen leggen. Ook begeleiden wij u graag bij het juridische en executietraject. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Uw advocaten

Onze succesverhalen

Gerelateerde blogs