Onderzoeksplicht

Wanneer een verkoper en een koper (achteraf) een conflict krijgen over, bijvoorbeeld, (de kwaliteit van) het gekochte, ongeacht of het nu gaat om de koop van een stuk speelgoed via martkplaats.nl, een tweedehandsauto bij een autoverkoper of een onderneming van een (voormalige) concurrent, roept de koper meestal snel dat de verkoper niet aan zijn
informatieplicht heeft voldaan, terwijl de verkoper de koper zal verwijten dat deze niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan.

De onderzoeksplicht van de koper staat voorop

Algemeen wordt aangenomen dat van een koper mag worden verwacht dat hij zich maximaal inspant om te voorkomen dat hij onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken handelt. De koper wil immers de overeenkomst sluiten, en heeft daar veelal zelf ook het initiatief toe genomen.

Deze onderzoeksplicht van de verkoper staat derhalve voorop.

De mededelingsplicht van de verkoper

Wanneer de verkoper evenwel bekend is met bepaalde informatie waarvan hij weet, of in ieder geval in redelijkheid moet vermoeden, dat die voor de koper relevant is (denk aan verborgen verbreken bij een huis), dan is de verkoper verplicht de koper daarover te informeren.

Bovendien gaat de onderzoeksplicht van de koper ook niet zover dat hij uitspraken van de verkoper moet wantrouwen. In tegendeel: de koper mag op die uitspraken afgaan. Indien die uitspraken achteraf niet juist blijken te zijn, komt dat voor rekening en risico van de verkoper.

Voor zover op de verkoper dan ook een mededelingsplicht rust, gaat deze voor op de onderzoeksplicht van de koper.

De inhoud van de onderzoeks- c.q. mededelingsplicht

Welk onderzoek in een specifiek geval van een koper kan worden verwacht en welke mededelingen in dat geval van de verkoper mogen worden verwacht, kan bijna niet vooraf nader worden ingevuld. Reden daarvoor is dat dit – zoals zo vaak in het recht – afhangt van alle specifieke omstandigheden van het individuele geval.

Zo zal van een professionele partij die dergelijke transacties geregeld aangaat meer onderzoek worden verlangd dan van een particuliere leek. Van de professional mag worden immers worden verlangd dat hij weet wat de zwakke punten (kunnen) zijn en waar hij dus meer onderzoek naar moet doen.

Een “trucje” voor kopers

Omdat de op de koper rustende onderzoeksplichts voorop staat, maar de mededelingsplicht van verkopers voor gaat, pakt het voor kopers dubbel goed uit wanneer zij veel vragen over het (mogelijk te kopen) product aan de verkoper stellen. Met die vragen voldoen zij namelijk niet alleen aan hun onderzoeksplicht, maar vergroten zij ook de mededelingsplicht van de verkoper, doordat zij op de juistheid van diens antwoorden mogen vertrouwen.

De reactie van de verkoper op het “trucje”?

Wanneer een koper veel vragen stelt, is dat in de regel natuurlijk alleen maar goed. Dat laat namelijk zien dat de koper waarschijnlijk daadwerkelijk geïnteresseerd is. Anders zou hij ongetwijfeld niet zoveel tijd aan de kwestie besteden.

Tegelijkertijd moet de verkoper zich realiseren dat de koper met die vragen niet alleen aan diens eigen onderzoeksplicht voldoet, maar dat dat ook zijn eigen mededelingsplicht vergroot.

Naast het feit dat de verkoper – als gezegd – alle vragen naar waarheid moet beantwoorden, doet hij er verstandig aan om de koper niet te slim af te willen zijn. Zo is het niet verstandig om een antwoord te geven dat weliswaar niet onjuist is, maar tegelijkertijd wel een onjuist beeld schetst. Ik heb in het verleden wel eens meegemaakt dat een cliënt glashard had ontkend dat iets zijn handtekening was, waarna hij later schoorvoetend moest toegeven dat het wel zijn paraaf was. U zult, wellicht, begrijpen dat die cliënt alle goodwill bij de rechter had verbruid. Dergelijke “slimmigheidjes” worden over het algemeen dan ook in het nadeel van de verkoper uitgelegd.

Tegelijkertijd gaat de mededelingsplicht ook niet zover dat de verkoper op de eerste (open) vraag van de koper alle informatie moet verstrekken. De verkoper moet de vraag naar waarheid beantwoorden, maar hoeft niet verder te gaan. Een veelvoorkomende valkuil onder verkopers is dan ook dat zij te veel ongevraagde informatie geven, waarmee zij de mededelingsplicht op zich nemen zonder dat de koper aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan.

Een valkuil voor kopers

Ook voor kopers is er echter een veelvoorkomende valkuil. Wanneer het door de koper uitgevoerde onderzoek vraagtekens oproept over (de – mogelijk – kwaliteit van) het product, wil het nog wel eens voorkomen dat de verkoper met zijn prijs zakt, in een poging om de deal toch rond te krijgen.

Wanneer de koper daarmee instemt, kan hij achteraf evenwel niet meer klagen wanneer blijkt dat (de kwaliteit van) het product (nog) slechter was dan hij aanvankelijk had gedacht. De koper wordt dan namelijk geacht dat risico te hebben ingecalculeerd door in te stemmen met die verlaagde prijs. De koper zou immers ook niet meer hebben bijbetaald wanneer het product onverhoopt toch beter zou functioneren dan vooraf was ingeschat.

Afspraken over risicoverdeling

In sommige gevallen is het niet mogelijk om alle aspecten van een koopobject volledig te onderzoeken. Met name bij grote transacties, denk aan de overname van bedrijven, kan dit ondoenlijk zijn. Er is dan simpelweg te veel dat eigenlijk gecontroleerd zou moeten worden, om dat binnen een redelijke termijn te kunnen doen. Ook kan meespelen dat het onderzoek binnen een beperkte tijdsperiode moet plaatsvinden, bijvoorbeeld omdat partijen geruchten in de markt willen voorkomen. Op die manier kan ook het ontbreken van tijd eraan in de weg staan dat het onderzoek goed kan worden uitgevoerd.

Wat bij sommige transacties tot slot ook meespeelt, denk, o.a., opnieuw aan de overname van een bedrijf, is dat de verkoper lang niet altijd (direct) alle informatie aan de potentieel geïnteresseerde koper wil verstrekken. Een bedrijf dat overweegt om een dochtermaatschappij aan een concurrent te verkopen, zit er niet op te wachten dat die concurrent op de eerste dag inzicht krijgt in alle bedrijfsgevoelige informatie. Wanneer de concurrent die informatie immers onder ogen heeft gekregen, kan het goed zijn dat die niet meer geïnteresseerd is, omdat hij aan die informatie voldoende heeft om de dochtermaatschappij op eigen kracht te kunnen beconcurreren. Om dit risico te verkleinen, zal de verkoper de informatie vaak in fases willen verstrekken, waarbij de (meer) vertrouwelijke informatie pas wordt verstrekt op het moment dat de kans op een uiteindelijke deal toegenomen is.

Om deze problemen te omzeilen, kunnen partijen de verplichtingen van de koper, tot het doen van onderzoek, en de verkoper, tot het verstrekken van informatie, verdelen. Op die manier weten beide partijen precies wat zij (wanneer) moeten onderzoeken/verstrekken. Het is voor partijen in dat geval wel van belang om die afspraken duidelijk op papier te zetten, omdat die afspraak later anders de bron kan zijn voor nieuwe discussies.

Contractueel vastleggen

Bij het sluiten van een overeenkomst kunt u het concept altijd eerst door ons laten beoordelen. Wij kunnen u adviseren hoe u contractueel waarborgt dat u aan uw onderzoeks- en informatieplicht hebt voldaan.

Uw advocaten

Onze succesverhalen

Gerelateerde blogs