Pensioenontslag

Wat is het?

In veel arbeidsovereenkomsten komt een bepaling voor dat deze overeenkomst in ieder geval eindigt op het moment dat de werknemer de AOW of pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De werkgever hoeft dan niet langs de rechter of langs het UWV, maar kan eenzijdig de arbeidsovereenkomst opzeggen.

Het nieuwe artikel 7:669 lid 4 BW

Sinds de invoering van de WWZ is op dit punt wat veranderd. Er is een nieuw artikel in de wet opgenomen, namelijk artikel 7:669 lid 4 BW. Daarin is bepaald dat de werkgever kan opzeggen in verband met óf na het bereiken van de tussen partijen overeengekomen leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst eindigt óf indien geen andere leeftijd is overeengekomen de in artikel 7 onder deel a van de Algemene Ouderdoms Wet bedoelde leeftijd.

Over de gevolgen van een dergelijk pensioenontslag heb ik in een ander artikel al geschreven. Als u daarover informatie wil dan verwijs ik u graag naar dat artikel of kunt u rechtstreeks met mij contact opnemen.

Wel of geen pensioenbeding?

Dit artikel is specifiek bedoeld voor werkgevers met de vraag of het verstandig is om nog een pensioenbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst waarin staat dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de pensioenleeftijd nu dit al in de wet is opgenomen.

Ja, maar let op uw bewoordingen

In principe is de dubbelop in dit geval niet teveel. U kunt, ongeacht de wettelijke bepaling, nog steeds in de arbeidsovereenkomst een pensioenbeding opnemen. Let daarbij wel op de tekst van dit beding, want daarbij gaat het nog wel eens mis. Indien immers in de arbeidsovereenkomst staat vermeld dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt als de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt, kan de vraag worden gesteld of dat het geval is bij het bereiken van de AOW leeftijd óf bijvoorbeeld wanneer een aanvullend pensioen van de werkgever ingaat.

Een voorbeeld waarbij het mis ging

Het Gerechtshof Den Bosch oordeelde in een zaak die een werkneemster tegen haar werkgever had aangespannen dat uit de tekst van artikel 7:669 lid 4 BW volgt dat een werkgever op grond van dat artikel, tenzij partijen schriftelijk zijn afgeweken, alleen tegen de AOW leeftijd kan opzeggen. Zijn partijen dus een hogere leeftijd dan de AOW leeftijd overeengekomen dan kan alleen tegen de hogere leeftijd worden opgezegd. Het Gerechtshof baseerde dit oordeel op de wetsgeschiedenis. Als dus een beding onduidelijk is dan komt dat voor rekening van het opstellen van het beding, in principe de werkgever. Een dergelijk beding kan de wet opzij zetten. Dus ondanks de goede bedoelingen van de werkgever kan de uitwerking dus heel anders zijn.

Een pensioenbeding opnemen heeft dus nut, maar moet wel zorgvuldig gebeuren. Wilt u een dergelijk pensioenbeding laten opstellen of toetsen, neemt u dan contact op met mr. Suzanne van Dijsseldonk van SMART & De Schepper Advocaten.