Uitvoerbaar bij voorraad

Wanneer de rechter een einduitspraak doet, kan de partij die niet (geheel) in het gelijk is gesteld over het algemeen een rechtsmiddel instellen.

De theoretische hoofdregel: een uitspraak kan niet direct worden geëxecuteerd

De hoofdregel is dat een einduitspraak niet direct kan worden geëxecuteerd. In de wet heeft de wetgever vastgelegd dat een rechtsmiddel (bij voorbeeld hoger beroep, verzet of cassatie) de ten uitvoerlegging van de uitspraak schorst.

De uitzondering: uitvoerbaar bij voorraad

De hoofdregel dat een rechtsmiddel de ten uitvoerlegging van een uitspraak schorst, kent een belangrijke uitzondering. Op grond van de wet (artikel 233 Rv) kan de eiser vorderen dat hij de door de rechter te wijzen uitspraak direct ten uitvoer mag leggen, zonder dat een eventueel rechtsmiddel de executie schorst. In juridisch Nederlands wordt de rechter dan gevraagd om zijn vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Uitvoerbaar bij voorraad moet worden gevorderd/verzocht

De rechter mag zijn vonnis in principe niet ambtshalve (uit zichzelf, zonder dat daarom is gevraagd) uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Diegene die een vordering heeft ingesteld, moet actief vorderen dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.

Geen verweer = toewijzing

Wanneer de eisende partij heeft gevorderd dat de einduitspraak uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard en de gedaagde partij hiertegen geen verweer heeft gevoerd, zal de rechter deze vordering in principe toewijzen, tenzij deze vordering hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt.

Wanneer de gedaagde wel verweer voert tegen de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad-verklaring, zal de rechter de belangen van partijen tegen elkaar afwegen.

Het belang van de eiser bij uitvoerbaar bij voorraad

Over het algemeen nemen procedures veel tijd in beslag. Een procedure waarin verweer gevoerd wordt, kan snel zes maanden of langer in beslag nemen. Wanneer aansluitend hoger beroep wordt ingesteld, neemt het hele traject snel meer dan een jaar (maar soms wel 2 of 3 jaar) in beslag.

Wanneer een rechtsmiddel de ten uitvoerlegging van de uitspraak van de rechter altijd zou schorsen, zou dit tot gevolg (kunnen) hebben dat het langere tijd (soms meerdere jaren) duurt voordat de eiser aanspraak kan maken op de vordering waarop hij recht heeft. Voor schuldeisers van wie de vordering in eerste aanleg is toegewezen, zal dit bijzonder frustrerend zijn. Niet alleen ontvangen zij dan nog steeds niet waarop zijn blijkens de uitspraak recht hebben, maar bovendien lopen zij het risico dat de verhaalsmogelijkheden van de schuldeiser in de daaropvolgende periode (verder) afnemen.

Uitvoerbaar bij voorraad is in de praktijk de hoofdregel

Omdat de rechter de vordering kennelijk terecht vindt (anders had hij deze niet toegewezen) en met het oog op het voornoemde debiteurenrisico, zal de rechter over het algemeen zijn uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaren, wanneer hierom wordt gevraagd.

Het is zelfs zodanig lastig om succesvol verweer te voeren tegen deze vordering, dat dit vaak niet eens wordt geprobeerd. Met name in juridische complexe situaties of in situaties waarin er serieuze problemen zouden kunnen ontstaan, wil een verweer tegen de vordering tot uitvoerbaar bij voorraad-verklaring van de uitspraak nog wel eens werken.

Aangezien de rechters in de overgrote meerderheid van de procedures wordt gevraagd om de te wijzen uitspraak uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en de rechters deze vordering nagenoeg altijd toewijzen, komt de uitzondering op de regel (uitvoerbaar bij voorraad) in de praktijk vaker voor dan de hoofdregel zelf (te weten dat een rechtsmiddel de tenuitvoerlegging schorst).

Voorschot kosten deskundigen mag wel ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard

De wet kent een belangrijke uitzondering op de hoofdregel dat een rechter zijn uitspraak niet ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad mag verklaren.

Dit betreft de situatie dat de rechter een deskundige inschakelt en bepaalt dat de eisende partij een voorschot op de kosten van deze deskundige moet voldoen. In dat geval mag de rechter deze beslissing ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

De achtergrond van deze uitzondering is vermoedelijk dat de eisende partij nooit om uitvoerbaar bij voorraad van deze beslissing zal vragen, omdat hij er geen belang bij heeft (nu dat er immers toe leidt dat hij een bedrag moet betalen). Het belang van dit voorschot ligt immers bij de deskundige, die graag op voorhand zekerheid heeft over betaling van (een deel van) zijn werkzaamheden. Omdat deze deskundige echter geen partij in de procedure is, kan hij dit niet zelfstandig vorderen. Zogezegd betreft deze uitzondering dus een wettelijk middel om de deskundige te beschermen tegen het onbetaald blijven van zijn werkzaamheden.

2 eisers betekent 2 vorderingen tot uitvoerbaar bij voorraad in 1 procedure

Om misverstanden te voorkomen; wanneer beide partijen in een procedure een vordering tegen elkaar hebben ingesteld, moeten beide partijen de rechter verzoeken om het ten gunste van hen uit te spreken vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Wanneer de ene partij wél heeft gevorderd dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, en de andere partij niet, is er een reële kans dat de eerste partij zijn toegewezen vordering direct mag incasseren nadat het vonnis gewezen is, terwijl de andere partij met invordering van de ten gunste van hem toegewezen vordering moet wachten tot dat exact datzelfde vonnis onherroepelijk is.

Uitvoerbaar bij voorraad is niet altijd mogelijk

De wet of de aard van de zaak kunnen tot gevolg hebben dat de rechter (een deel van) zijn uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad kan (mag) verklaren.

De wet

De wettekst verzet zich op een aantal plaatsen expliciet tegen de mogelijkheid dat de rechter zijn uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaart. Hiervan is – bij voorbeeld – sprake in artikel 7:272 BW, waar de wetgever heeft aangegeven dat de opzegging van een huurovereenkomst (betreffende woonruimte) door een verhuurder eerst werking heeft nadat de uitspraak daarover onherroepelijk geworden is.

De aard van de zaak

Er is geen limitatieve lijst van situaties waarin de aard van de zaak zich verzet tegen uitvoerbaar bij voorraad verklaring. Dit hangt af van alle omstandigheden van het geval. Een veelgenoemd voorbeeld betreft de situatie dat de rechter in een tussenbeslissing reeds eindconclusies trekt. Deze eindconclusies zullen veelal pas ten uitvoer kunnen worden gelegd met de eindbeslissing.

Zekerheidstelling

Aan de uitvoerbaar bij voorraad-verklaring kan de rechter de voorwaarde verbinden dat tot een door hem te bepalen bedrag zekerheid moet worden gesteld. Vaak zal dit betekenen dat de schuldeiser een bepaald bedrag op een specifieke rekening (meestal van een advocaat, notaris of deurwaarder) moet storten, dan wel dat hij een bankgarantie moet (laten) verstrekken.

Met deze voorwaarde wordt het debiteurenrisico van de schuldenaar verkleint, voor het geval dat hij in hoger beroep of verzet alsnog in het gelijk wordt gesteld (en dus aanspraak heeft op terugbetaling van het bedrag waartoe hij in eerste aanleg was veroordeeld).

De gedaagde zal overigens altijd zelf verzoeken eisen dat de rechter voorwaarden aan de uitvoerbaar bij voorraad-verklaring verbindt. Wanneer de gedaagde dit niet verzoekt, zal de rechter dat niet ambtshalve bepalen.

Alsnog uitvoerbaar bij voorraad: incidentele vordering of kort geding

Wanneer de eiser in eerste aanleg geen uitvoerbaar bij voorraad-verklaring heeft gevorderd, kan hij hier alsnog belang bij krijgen op het moment dat de gedaagde partij in verzet komt of in appel gaat. In dat geval kan de eisende partij in die nieuwe (verzet- of appel-)procedure vorderen dat de eerdere uitspraak van de (vorige) rechter alsnog uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Die vordering dient dan te worden ingesteld bij de rechter die het verzet of appel behandelt.

Als alternatief kan de eisende partij in kort geding vorderen dat het betreffende vonnis alsnog uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Gezien de voorliggende uitspraak waarin de rechter heeft uitgemaakt dat de eisende partij aanspraak heeft op een prestatie, zal spoedeisendheid over het algemeen worden aangenomen. Het zal dan met name draaien om de afweging van de belangen van de eiser vs. die van de gedaagde.

Uw advocaten

Onze succesverhalen

Gerelateerde blogs