Terug naar home
  • Blog
  • Gebruikelijke en bovenmatige giften

Gebruikelijke en bovenmatige giften

Cadeautjes tijdens het leven van de erflater

De vrijheid van een ieder is groot. Zo kan in principe iedereen bepalen om cadeautjes te geven aan zijn of haar kinderen of kleinkinderen.

Dat klinkt allemaal erg vrijgevig en onschuldig. Dat is het in principe ook. Maar dit soort cadeautjes, niet zelden in de vorm van geldbedragen, kunnen financiële gevolgen hebben, met name in de situatie dat de schenker, de toekomstige erflater, komt te overlijden.

Gevolgen van gegeven cadeautjes

Als een schenker een kind heeft, waar hij op de één of andere manier niet zulke warme gevoelens voor koestert, dan bestaat de mogelijkheid om dat kind bij testament te onterven. Als de schenker vervolgens komt te overlijden, dan wordt de nalatenschap afgewikkeld volgens het testament.

Het onterfde kind is in die situatie dus geen erfgenaam, maar kan wel aanspraak maken op zijn of haar legitieme portie. De legitieme portie wordt berekend aan de hand van de legitimaire massa. En nu wordt het interessant, want de cadeautjes die deze schenker tijdens zijn of haar leven heeft geschonken aan de andere (klein)kinderen, zouden zomaar eens van belang kunnen zijn. Deze schenkingen zouden de legitieme portie van het onterfde kind namelijk kunnen vergroten. Voor een onterfd kind dat aanspraak wil maken op zijn of haar legitieme portie, ook wel legitimaris genoemd is het dus belangrijk dat het inzage verkrijgt in dátgene wat de schenker in het verleden heeft geschonken.

Uitspraak rechtbank Zeeland-West-Brabant – (on)gebruikelijke en (niet) bovenmatige giften

Uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 10 april 2024 bleek de hoogte van de legitieme portie van een onterfd kind onderwerp van geschil.

Eén van de onderwerpen van discussie betrof dus de zogenoemde (on)gebruikelijke en (niet) bovenmatige giften. Het onterfde kind dat aanspraak maakte op de legitieme portie stelde zich op het standpunt dat bepaalde pinopnamen, die tijdens het leven van de erflater waren gedaan, moesten worden bestempeld als ongebruikelijke en bovenmatige giften. Het onterfde kind wilde hiermee bewerkstelligen dat de legitimaire massa - en dus ook de legitieme portie - zou worden vergroot.

Het is in principe aan het onterfde kind om informatie naar voren te brengen waaruit blijkt dat bepaalde giften als ‘ongebruikelijk’ en ‘bovenmatig’ moeten worden gekwalificeerd. Of een gift ‘ongebruikelijk’ en ‘bovenmatig’ is, hangt af van verschillende factoren, waaronder de persoon en het bestedingspatroon van de overledene. Dat kan dus van geval tot geval verschillen.

Omdat het andere kind, dat niet was onterfd en dus wel erfgenaam was, aangaf dat het cadeau aan een kleinkind als een inmiddels afgeloste een lening moest worden beschouwd,

gaf de rechter aan dat dit niet-onterfde kind de bewijsopdracht om informatie naar voren moest brengen om dat dan maar te bewijzen.

Ik sluit niet uit dat, indien dit niet-onterfde kind niets zou hebben gezegd over de pinopnamen tijdens het leven van de erflater, de rechter zou de stelling van het onterfde kind niet zou hebben gevolgd.

Waarom belangrijk?

Als erfgenaam of onterfd kind (legitimaris) kunnen giften die een erflater tijdens zijn leven heeft gedaan van belang zijn. Deze kunnen invloed hebben op de legitieme portie. Het is wel van belang om aannemelijk te maken - en soms zelf te bewijzen - dat bepaalde giften wel en bepaalde giften juist niet meetellen voor het bepalen van de legitimaire massa.

 

Heb je vragen of loop je tegen een erfrechtelijke kwestie aan? Neem dan contact op met SMART Advocaten.